Kunst, James Bond en cocktails

Een docent nadert ijlings op de fiets. Als hij passeert, vraagt hij wie de volgende interviewkandidaat voor het boek is. “Bart Jan Holland,” luidt mijn antwoord.

 “Héél creatieve jongen,” kaatst hij terug en weg is hij weer. Dit is ook wat anderen, zonder uitzondering, over hem zeggen. Dat hij in het Mondriaan-jaar met een op de ‘Victory Boogie Woogie’ geïnspireerd kunstwerk in het Gemeentemuseum mocht exposeren, zal zeker aan die reputatie hebben bijgedragen. Toch heeft het er even naar uitgezien dat leerling en school nooit bij elkaar zouden komen. “Na mijn basisschool in Boskoop te hebben afgerond, verhuisden we naar Den Haag. Omdat mijn vader op het Aloysius College had gezeten, stond het bij voorbaat vast dat ik daar ook naartoe zou gaan, maar op de open dag merkte ik meteen dat het niets voor mij was. Het Maerlant daarentegen vond ik direct een fijne, warme school. Er was aanvankelijk wel een probleem, want op de basisschool had ik de NIO-toets niet goed gemaakt. Daarom kreeg ik een vmbo-advies en daarmee kun je niet naar het Maerlant. Mevrouw Vreede heeft toen besloten me toch een kans te geven en zo ben ik op de havo terechtgekomen.”

Hoe gaat dat, je komt binnen met een vmbo-advies en je vertrekt met een vwo-diploma?

 “Ik kon het wel, maar andere dingen vond ik leuker: voetballen bij HVV, fotograferen, filmen, skaten en fietsen. Maar als ik eerlijk ben: ik denk dat met dit docententeam iedereen er wel kan komen. Ik begon met meneer Van der Heide als mentor, hij zorgde ervoor dat we in de eerste klas meteen een heel hechte groep hadden. Het is een grote, vriendelijke reus die je meteen op je gemak stelt. Allemaal beginnende pubers die zichzelf én hun rol in de klas moeten vinden, daar kon hij heel goed mee omgaan. Ik heb de havo afgemaakt en ben toen overgestapt naar het vwo; ik denk dat ik daar niet eerder aan had moeten beginnen. De ervaringen die ik opdeed op de havo, en met name in het eindexamenjaar, hebben me heel veel vertrouwen gegeven toen ik het vwo-examen moest doen.”

Je hebt op het Maerlant veel tijd, ook buiten school, aan allerlei projecten besteed.

 “Ik heb heel veel gedaan. Samen met Berend-Jan Vermeulen maakte ik foto’s en filmpjes, voor de verkoop van huizen op Funda, videoclips voor rappers en voor rally’s. We hebben ook meegedaan aan het 72hrs The Hague Film Festival. Dan krijg je aan het begin van de dag een onderwerp, daar moet je binnen 72 uur een film over maken, dus script schrijven, acteurs scouten, editen en alles wat er nog meer bij komt kijken. We haalden met onze film de top tien, dat betekende dat onze film in Pathé Buitenhof werd gedraaid. Dat was echt een te gekke ervaring, om je eigen creatie op groot scherm te zien!”

Betekent het dat je ook voor een creatieve opleiding gaat kiezen?

“Ik heb nog geen definitieve keuze gemaakt. Afgelopen zomer zat ik ergens in Italië op een rots en toen vroeg ik me af wat ik eigenlijk zou willen in het leven. Toen heb ik al mijn interesses ondergebracht in één concept: een restaurant, met expositieruimte, een bioscoopje, een koffiebar en een cocktailbar. Dat heb ik allemaal uitgeschreven en soms voeg ik er wat aan toe als ik iets ben tegengekomen dat me inspireert. Het kan zijn dat een opleiding in alleen film, fotografie of kunst niet voldoende is, omdat het maar een deel is van wat ik wil. Ik heb ook aan de Hoge Hotelschool gedacht om te leren hoe je businessmodellen ontwikkelt, zodat je niet alle beginnersfouten maakt. Op dit moment weet ik het nog niet precies.”

Wat is je volgende stap?

“Ik ben twee keer in Amsterdam naar de open dag van de Film Academie geweest, maar daar vond ik de sfeer niet bij mij passen. Een mogelijkheid waar ik nu naar kijk, is het ‘Royal Institute for theatre, cinema and sound’ in Brussel. In twee jaar vervul je elke mogelijke rol op de set, dus van geluidsman tot regisseur, zodat je weet hoe het hele proces werkt. Dat past misschien wel bij mij, want ik wil leren mijn ideeën en verhalen op te schrijven en te verwerken tot een film. Brussel heeft een goede naam, veel studenten winnen prijzen met hun eindproductie. Als ik zeker weet dat dit is wat ik wil en ik word niet aangenomen, ga ik een jaar besteden aan taalcursussen en het werken aan mijn portfolio.”

Heb je in het kader van je totaalconcept voor een cultureel horecabedrijf al een opleiding gevolgd?

 “Toen ik deze winter drie maanden in Australië was, heb ik een cursus bartending gedaan, wat echt fantastisch was! Als huiswerk moest je elke dag zes nieuwe cocktails leren. Ik ben niet zo goed in stampen, dus ik zat tot middernacht te studeren. Daar besefte ik dat je voor jezelf leert en niet voor je ouders of docenten. Daarnaast moest ik het eerst allemaal zelf bij elkaar verdienen, een paar duizend euro, dat wilde ik niet verspelen. Als je het haalt, heb je het goed gedaan; als het mislukt, ben je zelf verantwoordelijk.”

Wat is er zo leuk aan het leven van een bartender?

 “Ik zou het niet fulltime willen doen, maar het verdient goed, dus het kan altijd van pas komen. Bartending is all about the detail. Een cocktail moet meer zijn dan de combinatie van alle ingrediënten. Het belang van het detail komt ook terug in de wereld van film en fotografie. Kijk naar James Bond, daar vertegenwoordigt zijn cocktail ook een bepaalde sfeer, al bestelt hij zijn Dry Martini niet zoals het hoort: shaken not stirred . Wellicht is een reden daarvoor dat hij binnen een paar takes alweer tot actie over moet gaan en een shaken cocktail is luchtiger en dus makkelijker weg te werken. Dat soort kleine dingen vind ik erg leuk om in scripts toe te passen. Je hoeft het niet per se te zien, het zit erin voor kenners. Zulke details geven extra ‘flavour’ aan het verhaal.”

Waarom ben je Maerlant Coryfee geworden?

“Dat zou je eigenlijk aan de docenten moeten vragen. Ik deed naast de lessen veel voor school, maar dat vond ik vanzelfsprekend want ze deden ook veel voor mij. Ik heb het met liefde gedaan en hoefde daar eigenlijk geen prijs voor te hebben, maar ik ben er natuurlijk wel heel blij mee. Ik heb er mooie herinneringen aan overgehouden. Bijvoorbeeld tijdens de Culturele Interscholaire, er was een jaar, ik dacht 2015, dat we bij zang, fotografie en film wonnen. Aan alle drie had ik meegedaan, dat voelde echt als een ontzettend fijne overwinning.”

Tekst: Casper Postmaa